Geschiedenis van de Opel Commodore
Commodore
De Opel Commodore is in 1967 geintroduceerd als de luxe zes-cilinder variant van de Opel Rekord C. Voor 1967 werden ook al 6 cilinder motoren geleverd in de Rekord A en B L-6 (2600cc, 100PK uit de Opel Kapitän) en Rekord C (2200cc, 105pk). Der Commodore verving de de toen luxe Rekord-C 'SIX'. De naam Commodore werd hierna gebruikt door Opel tot 1982. De laatste generatie werd verkocht in het Verenigd Koninkrijk als de Vauxhall Viceroy (= Onderkoning). De naam Commodore leeft tot heden voort met de Australische Holden Commodore.
Commodore A
De eerste A Commodore kwam in 1967 op de markt en was leverbaar met diverse 6-cilinder motoren. De 'basis' motor waren de 2200cc (95 pk - 1967/1968) en de 2500cc (115, later 120pk). De sportieve GS versies (2500cc, 130pk t/m 1970, hierna 2800cc 145pk) met dubbele carburateur hadden veel extra opties, zoals houtafwerking in het interieur en een toerenteller. De GS/E was van de A-serie het topmodel, welke voor zijn tijd en prijs ongehoord snel was. Deze had in plaats van de dubbele carburateur, een 2500cc met elektronisch D-Jetronic brandstofinjectiesysteem van Bosch, goed voor 150PK. Het onderstel werd hieraan aangepast door onder meer gasgevulde schokbrekers, schijfremmen achter en ook de cardanas kreeg een extra lagering. De A Commodore was leverbaar als sedan met twee- en vier deuren, als Coupé en (vrij zeldzaam) als stationwagon. Aanvankelijk was de Commodore leverbaar met een Powerglide 2-traps automaat met stuurbediening, maar vanaf 1968 stond volautomatische drieversnellingsbak met vloerselector op de accessoirelijst.Volgende..